Het grote infra-afkortingenrijtje (voor gewone mensen)
Geen idee wat STIPEL, BEI of CKB betekent? Mooi. Dan zit je hier goed.
Snap jij wat hieronder staat?
“Voor deze rol moet je wel al AVP zijn conform VIAG, met ervaring in LS-distributie volgens de CKB-tabel. En dan kun je via de BLEI-route misschien richting STIPEL als je al 12 maanden VP hebt gedraaid, anders moet je via 27011.”
Je bent niet de enige die hier afhaakt.
De ondergrondse infra gebruikt zóveel afkortingen en regels, dat je er zonder voorkennis niet doorheen komt. En zelfs mét uitleg is het vaak nog onbegrijpelijk. Deze lijst is speciaal voor jou — of je nou starter, zij-instromer of gewoon nieuwsgierig bent.
We leggen alle belangrijke termen één voor één uit. In normaal Nederlands. Zodat jij snapt waar je staat, wat je nodig hebt, en waar je heen kunt.
Geen marketing, geen jargon, wél overzicht.
Aanwijzing – Wat mag jij eigenlijk doen?
Wat het betekent:
Een aanwijzing is geen diploma of certificaat, maar een verklaring van je werkgever.
Daarin staat wat jij wel en niet mag doen bij het werken aan gas- of stroomleidingen.
Er zijn verschillende niveaus:
VOP – Voldoende Onderricht Persoon → je mag alleen onder toezicht werken
VP – Vakbekwaam Persoon → je mag zelfstandig werken aan installaties
AVP – Allround Vakbekwaam Persoon → je mag leidinggeven en eindverantwoordelijkheid dragen
Waar je het tegenkomt:
Altijd in combinatie met BEI (elektra) of VIAG (gas).
Soms in vacatures (“je hebt minimaal VP nodig”) of opleidingen (“leidt op tot AVP”).
BEI – Bedrijfsvoering Elektrische Installaties
Wat het betekent:
Richtlijn voor veilig werken aan of nabij elektriciteitsinstallaties. Je krijgt een aanwijzing (VOP, VP of AVP) van je werkgever om te bepalen wat je mag doen.
Waar je het tegenkomt:
Opleidingen voor laag- en middenspanning, functies als monteur of werkverantwoordelijke.
VIAG – Veiligheidsinstructie Aardgas
Wat het betekent:
De gasversie van BEI. Regelt veilig werken aan gasleidingen. Ook hier werk je met aanwijzingen (zoals VP-G of AVP-G).
Waar je het tegenkomt:
Bij alle functies in de gassector of opleidingen als ‘Eerste monteur gasdistributie’.
CKB – Certificerende instelling Kabelinfrastructuur en Buizenleggerij
Wat het betekent:
Zij bepalen of opleidingen en werkervaringen in de infra-sector goed genoeg zijn. Volg je een traject dat CKB erkent? Dan zit je goed.
Waar je het tegenkomt:
Bijna elke officiële opleiding in de infra. Ook werkgevers gebruiken hun tabellen.
STIPEL – Stichting Persoonscertificatie Elektrotechniek
Wat het betekent:
Zij nemen examens af voor BEI- en VIAG-aanwijzingen. Alleen als je via STIPEL slaagt, krijg je een officieel certificaat.
Waar je het tegenkomt:
In functies waar je zelfstandig aan kabels of leidingen werkt.
BLEI – Bedrijf Leermiddel Energie Infra
Wat het betekent:
Standaard lesmateriaal dat opleiders gebruiken voor BEI/VIAG-gerelateerde opleidingen.
Soms moet je een opleiding volgen ‘met BLEI of gelijkwaardig’.
Waar je het tegenkomt:
Bij opleidingen voor monteur laag- of middenspanning, en als eis in CKB-profielen.
VP / AVP – (Allround) Vakbekwaam Persoon
Wat het betekent:
Aanwijzingen van je werkgever over wat je mag doen.
VOP = onder toezicht.
VP = zelfstandig.
AVP = eindverantwoordelijk.
Waar je het tegenkomt:
Bij BEI/VIAG-functies en in bijna elk functieprofiel.
Crebo – Centraal Register Beroepsopleidinge
Wat het betekent:
Elke erkende mbo-opleiding heeft een uniek Crebo-nummer.
Opleiders gebruiken dit om hun aanbod te registreren, en leerbedrijven matchen er hun werk op.
Waar je het tegenkomt:
Op elke officiële opleiding. Bijvoorbeeld: Crebo 27011 – Eerste monteur laagspanning.
SBB – Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
Wat het betekent:
Zij bepalen welke bedrijven een erkend leerbedrijf mogen zijn.
Belangrijk voor BBL-trajecten (werken & leren).
Waar je het tegenkomt:
Op ROC-sites, bij opleiders en als je je inschrijft voor een leerwerkplek.